Iedere commissie houdt zich bezig met een actueel vraagstuk. Hieronder vind je vraagstukken van MEP 2025.
Vraagstukken
Vraagstuk over de versterking van de EU-defensie tegen hybride dreigingen.
Hybride oorlogsvoering, de combinatie van conventionele oorlogsvoering én niet-militaire acties, waaronder cyberaanvallen en het verspreiden van desinformatie, vormt een toenemende dreiging voor de veiligheid van de Europese Unie. De toenemende geopolitieke instabiliteit als gevolg van onder andere de oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten, onderstreept de noodzaak om de strategische autonomie van de EU te versterken.
Hoewel samenwerking met partners zoals de NAVO essentieel blijft, moet de EU haar eigen defensiecapaciteit uitbreiden om beter voorbereid te zijn op conventionele én niet-conventionele dreigingen. Een balans vinden tussen samenwerking en onafhankelijkheid is cruciaal om toekomstige dreigingen te weerstaan. In het besef dat er vandaag de dag grote verschillen bestaan tussen de defensiecapaciteit en het militaire budget van de individuele EU-lidstaten, zal het belangrijk zijn dat elke lidstaat in de toekomst zijn fair share bijdraagt aan de verdediging van de EU.
Vraag aan de commissie:
Welke initiatieven kan de EU nemen om haar defensiecapaciteit te versterken en beter voorbereid te zijn op hybride dreigingen, zonder de samenwerking met NAVO en externe partners in gevaar te brengen?
Vraagstuk over de strijd tegen de energiearmoede in Afrika.
De EU trekt aanzienlijke fondsen uit om de energiearmoede in Afrika te verminderen. Verschillende programma's zijn gericht op het behalen van SDG 7, dat de internationale gemeenschap verplicht om tegen 2030 universele toegang te garanderen tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie.
In verschillende Afrikaanse ontwikkelingslanden kunnen politieke instabiliteit, corruptie en wanbeleid de voortgang van energieprojecten echter vertragen. Hierbij dient er rekening gehouden te worden met het feit dat er door het succes van populistische, radicaal-rechtse partijen binnen de EU een toenemende scepsis ontstaat ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking. Anderzijds heeft de EU rechtstreeks voordeel bij een economisch ontwikkeld, welvarend Afrika én heeft de EU Afrikaanse landen nodig voor cruciale transitiegrondstoffen om een duurzaam energiesysteem uit te bouwen.
Vraag aan de commissie:
Hoe kan de EU ervoor zorgen dat fondsen van Europese projecten ter bestrijding van de energiearmoede in Afrika goed worden beheerd en projecten efficiënt worden uitgevoerd, zodat zo veel mogelijk Afrikaanse burgers toegang krijgen tot moderne elektriciteitsvoorzieningen?
Vraagstuk over de bescherming van vrouwenrechten
De feministische golven uit de 20e eeuw droegen sterk bij aan de emancipatie van vrouwen binnen de EU, zowel binnen het bedrijfsleven, binnen de politiek als binnen de bredere maatschappij.
De coronacrisis draaide deze emancipatie op een aantal vlakken echter terug. Vrouwen werden harder getroffen dan mannen: ze ervoeren een hogere werkdruk, verloren vaker hun baan en namen meer zorgtaken op zich. Hierdoor maakte een traditionelere visie op de man-vrouw-taakverdeling en het ouderschap opnieuw opgang. Exponenten hiervan zijn onder meer de populaire ‘tradwives’, die pleiten voor een traditionele rolverdeling in relaties vanuit de overtuiging dat een vrouw van nature zorgzaam en volgzaam is en de man simpelweg dominanter dient te zijn.
Fundamentele rechten zoals het recht op abortus komen opnieuw op losse schroeven te staan. Zo is sinds begin 2021 abortus in Polen alleen nog toegestaan wanneer de vrouw in levensgevaar is of als zij zwanger is als gevolg van incest of verkrachting.
Deze ontwikkelingen kunnen een stap terug betekenen voor de emancipatie van vrouwen.
Vraag aan de commissie:
Welke maatregelen moet de EU nemen om binnen de eigen lidstaten de vrouwenrechten te beschermen?
Vraagstuk over het overtoerisme binnen Europese landen.
Sinds het begin van 2024 geldt er in Venetië een belasting voor ‘dagjesmensen’. Deze heffing moet de toestroom aan gasten vooral in de drukste periodes binnen de perken houden. Veel Venetianen hebben immers kritiek op het massatoerisme met overvolle straten en bergen afval. Dagelijks bezoeken vaak meer dan 100.000 bezoekers de dogestad.
Overtoerisme is een groeiend probleem in de Europese Unie, waarbij populaire bestemmingen te maken krijgen met een ongecontroleerde toestroom van bezoekers. Dit leidt tot tal van uitdagingen en zorgt voor verstoringen binnen de lokale gemeenschappen, overbelasting van infrastructuur en negatieve gevolgen voor het milieu. Toerisme vormt voor veel regio’s een cruciale bron van inkomsten en werkgelegenheid. Steden en landen staan voor de uitdaging om de economische voordelen ervan te behouden, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van leven voor de inwoners en de ervaring voor bezoekers.
Vraag aan de commissie:
Hoe kunnen Europese landen en toeristische regio's overtoerisme beheersen en tegelijkertijd de economische voordelen van toerisme behouden, zonder de leefkwaliteit voor inwoners en de bezoekerservaring te schaden?
Vraagstuk over de kwestie van de opkomst van autoritarisme in Europa.
De COVID-19-pandemie heeft regeringen gedwongen om noodmaatregelen te nemen om de volksgezondheid te beschermen. In sommige gevallen hebben deze maatregelen echter geleid tot een inperking van democratische vrijheden en een versterking van autoritaire tendensen. De pandemie is hierbij gebruikt als legitimatie om de greep op de macht te versterken, wat heeft geleid tot zorgen over de achteruitgang van democratische normen en waarden.
Sinds een aantal jaren is er een toename te zien van nationalistische en populistische sentimenten, die vaak gepaard gaan met autoritaire neigingen. De economische en sociale gevolgen van deze crises hebben ook bijgedragen aan de groei van extremistische bewegingen aan zowel de rechter- als de linkerzijde van het politieke spectrum.
Ook de migratiestromen hebben bijgedragen aan een verschuiving van het beleid in Europa. Deze verschuiving wordt vaak gedreven door zorgen over economische en sociale integratie, evenals door percepties van bedreigingen voor nationale identiteit en veiligheid. Deze sentimenten hebben in enkele gevallen tot een strenger immigratiebeleid en autoritaire maatregelen geleid.
Vraag aan de commissie:
Hoe kunnen lidstaten de opkomst van extremisme aan beide kanten en buiten het politieke spectrum tegengaan zonder de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van denken van hun burgers te schenden?
Vraagstuk over regionale ongelijkheid binnen de EU
De Europese Unie wordt geconfronteerd met aanhoudende migratie- en vluchtelingenstromen, voortvloeiend uit zowel geopolitieke conflicten in aangrenzende regio’s als wereldwijde instabiliteit. Met name de onrust in het Midden-Oosten en de Russische invasie van Oekraïne hebben geleid tot een aanzienlijke instroom van vluchtelingen binnen de EU. Tot op heden hebben miljoenen vluchtelingen, waaronder circa 4,2 miljoen Oekraïners, hun toevlucht gezocht in diverse lidstaten. Deze migratiestromen worden echter niet proportioneel verdeeld: lidstaten aan de EU-buitengrenzen, zoals Griekenland, Italië en Polen, worden aanzienlijk zwaarder belast met de opvang dan andere lidstaten.
De asymmetrische verdeling van vluchtelingen legt druk op de solidariteit binnen de Europese Unie en dreigt de bestaande regionale ongelijkheden verder te vergroten. Terwijl sommige lidstaten overbelast raken door de druk op hun opvanginfrastructuur, blijven andere lidstaten terughoudend in het delen van deze verantwoordelijkheid. Daarnaast bestaan er aanzienlijke verschillen in de erkenningspercentages van asielaanvragen tussen de lidstaten, wat leidt tot een gevoel van beleidsmatige inconsistentie en ongelijkheid binnen de EU.
Het nieuwe asiel- en migratiepact van de Europese Unie streeft naar een versterkte samenwerking en een meer solidaire benadering tussen de lidstaten. Desalniettemin blijft de vraag hoe de voordelen van vluchtelingenopvang – zoals de economische en demografische revitalisering van vergrijzende regio’s – effectiever benut kunnen worden.
Vraag aan de commissie:
Hoe kan de Europese Unie bijdragen aan het minimaliseren van de nadelige gevolgen van vluchtelingenstromen, terwijl tegelijkertijd de voordelen worden gemaximaliseerd?
Vraag over de arbeidskrapte en de overgang naar groene economie in de Europese Unie.
Arbeidskrapte is een uitdaging met een toenemende impact op de economie en de maatschappij. Personeelstekorten zijn niet nieuw, maar nieuw is wel dat we nu tekorten zien op alle niveaus en in de meest uiteenlopende sectoren. Onderzoek laat zien dat in de perceptie van veel bedrijven de arbeidskrapte snel uitgroeit tot dé grootste uitdaging van nu. De match tussen sollicitanten en vacatures wordt een steeds groter probleem.
Het is belangrijk dat Europese landen specialistische kennis en ervaring over de arbeidsmarkt met elkaar gaan delen. In Zweden ligt de arbeidsparticipatie van vrouwen bijvoorbeeld hoog. Kunnen andere landen daarvan leren? Het is logisch dat binnen Europa bedrijven elkaar beconcurreren om de beste werknemers binnen te halen. Dat zien we in de IT, bij ingenieurs en op meer terreinen. Maar uiteindelijk is arbeidsparticipatie een Europees probleem en zal er dus ook gezocht moeten worden naar een Europese oplossing. Op deze manier zou de EU ook haar concurrentiepositie ten opzichte van andere delen van de wereld, zoals de Verenigde Staten of Azië, kunnen verstevigen.
Vraag aan de commissie:
Hoe kan de Europese Unie een toekomstbestendige arbeidsmarkt bevorderen die zowel sociale inclusiviteit als economische groei ondersteunt?
Vraagstuk over de energietransitie en de concurrentiepositie van de Europese industrie
In de Europese Unie is afgesproken dat alle nieuw verkochte auto’s en bestelwagens in 2035 geen CO2 meer mogen uitstoten. Dit als onderdeel van de doelstelling om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. De elektrische auto is het meest waarschijnlijke alternatief voor veel inwoners van de Unie.
Europa worstelt met deze nieuwe situatie, aangezien de laatste jaren meer van de elektrische auto’s in ons continent afkomstig zijn uit China, waar met staatssteun meer wordt geproduceerd en geëxporteerd. Het gaat derhalve niet goed met de Europese auto-industrie in deze tijden waarin de energietransitie en economische machtsverschuivingen samenkomen.
Inmiddels treft de Europese politiek maatregelen om de Europese auto-industrie te beschermen tegen wat de Europese Commissie ‘oneerlijke concurrentie’ noemt. Tegelijkertijd leveren de grote aantallen goedkope elektrische auto’s uit China een bijdrage aan de energietransitie en zijn ze aantrekkelijk voor Europese consumenten. China dreigt met tegenmaatregelen die de economische industrie en economie van de EU kunnen schaden.
De auto-industrie is slechts één voorbeeld van een sector die een belangrijke rol speelt in het behalen van de klimaatdoelen. Het gaat naast elektrische auto’s ook over windmolens, warmtepompen, zonnepanelen en andere voorbeelden van schone energie. De machtspositie van China, de klimaatdoelen van de EU en de portemonnee van de Europese burger resulteren samen in een aantal complexe vragen over op welke manier de EU de eigen groene industrie moet beschermen.
Vraag aan de commissie:
Op welke manieren kan de Europese Unie de concurrentiepositie van de Europese groene industrie verbeteren?
Het vraagstuk van de impact van buitenlandse inmenging in Europese digitale soevereiniteit.
In de afgelopen jaren is de Europese Unie steeds meer bezorgd geraakt over buitenlandse inmenging in haar binnenlandse aangelegenheden, met name op digitaal en technologisch gebied.
Grootmachten zoals Rusland, China en de Verenigde Staten gebruiken technologische platforms, sociale media en cyberaanvallen om politieke invloed uit te oefenen, economische voordelen te behalen en desinformatiecampagnes te verspreiden die de stabiliteit van de EU kunnen ondermijnen. Cyberaanvallen op kritieke infrastructuur, beïnvloeding van verkiezingen en economische spionage via digitale kanalen vormen een serieuze bedreiging voor de digitale soevereiniteit van de Europese Unie.
Met een groeiende afhankelijkheid van digitale technologieën, rijst de vraag hoe de EU haar digitale grenzen kan beschermen zonder de relaties met deze grootmachten te schaden. De uitdaging is om een balans te vinden tussen economische samenwerking en het beschermen van de politieke onafhankelijkheid van de EU.
Vraag aan de commissie:
Hoe kan de Europese Unie effectief reageren op (online) bemoeienis van grootmachten zoals Rusland, China en de Verenigde Staten, met het oog op het beschermen van haar digitale soevereiniteit en infrastructuur?
Het vraagstuk van het gevaar van chemische middelen in de industrie en landbouw
Milieuverontreiniging is een belangrijke oorzaak van vroegtijdig overlijden onder Europeanen. Luchtvervuiling door uitstoot van fossiele brandstoffen en het gebruik van chemicaliën in de industrie en landbouw vormen een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid, voornamelijk in sociaal achtergestelde gemeenschappen. Al in 2020 constateerde het Europees Milieuagentschap (EEA) dat milieukwaliteit een rol speelt in maar liefst 13% van de sterfgevallen in Europa.
Ondanks eerdere maatregelen blijft milieuvervuiling een belangrijke oorzaak van vroegtijdig overlijden. Toch overweegt de EU de toelating van glyfosaat, een veelgebruikte onkruidverdelger in de landbouw, met 10 jaar te verlengen, terwijl er aanwijzingen zijn dat dit middel schadelijk kan zijn voor de volksgezondheid en mogelijk verband houdt met ziekten zoals Parkinson. Duits onderzoek heeft onlangs uitgewezen dat chemische stoffen die individueel ongevaarlijk lijken, in combinatie toch schadelijk kunnen zijn.
Landbouw en industrie zijn essentieel voor de Europese economie. Ze dragen - in verschillende verhoudingen - substantieel bij aan het bbp van de diverse Europese landen. Tegelijkertijd vormen deze sectoren een risico voor de volksgezondheid, met de bijbehorende kosten.
Vraag aan de commissie:
Op welke wijze kan de Europese Unie de gezondheid van haar burgers beter beschermen tegen luchtverontreiniging door het gebruik van chemicaliën, zonder daarbij de economische positie van de landbouw en industrie in gevaar te brengen?
Het vraagstuk van het stimuleren van een duurzame landbouwtransitie
Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is van oudsher een belangrijk beleidsterrein binnen de EU en neemt 31% van de EU-begroting 2021-2027 in beslag. Dit beleid richt zich op financiële zekerheid voor boeren, voedselvoorziening en de ontwikkeling van plattelandsgebieden.
De nieuwe GLB-verordeningen, die na een grondige hervorming in 2023 zijn ingevoerd, bevatten ambitieuze doelen voor milieu en klimaat. De EU streeft zo steeds nadrukkelijker naar duurzame landbouw, milieubescherming, biodiversiteit en de bestrijding van klimaatverandering.
Alle EU-landen hebben een nationaal strategisch GLB-plan opgesteld, waarin ze aangeven hoe de middelen binnen hun land worden ingezet. De Europese Rekenkamer (ERK) heeft beoordeeld of deze nationale plannen voor de periode 2023-2027 een solide basis vormen voor het behalen van de groene doelstellingen uit de GLB-verordeningen. Zij concludeert dat er een duidelijke kloof bestaat tussen de milieu- en klimaatdoelstellingen van de EU en de landbouwplannen van de lidstaten.
Vraag aan de commissie:
Hoe kan de EU een duurzame landbouwtransitie in Europa stimuleren en de gestelde doelen voor milieu en klimaat binnen afzienbare tijd realiseren?
Het vraagstuk van de bescherming en bevordering van culturele diversiteit binnen de Europese Unie
Binnen de Europese Unie bestaat een rijke verscheidenheid aan culturen, talen en tradities, die zich over haar 27 lidstaten uitstrekt. Deze culturele rijkdom is een essentieel onderdeel van de Europese identiteit, die onder druk staat door globalisering, migratie en de toenemende dreiging van culturele homogenisering. Hoewel de EU streeft naar versterking van eenheid en samenwerking tussen de lidstaten, is het van cruciaal belang dat dit streven niet ten koste gaat van de bescherming en bevordering van de unieke culturele identiteit van elke lidstaat.
De uitdaging om culturele diversiteit te behouden terwijl de Europese eenheid wordt bevorderd, is complex. Enerzijds is het belangrijk om interculturele dialoog en samenwerking tussen de lidstaten te stimuleren; anderzijds is het noodzakelijk om traditionele cultuur, taal en erfgoed in de regio’s te ondersteunen.
Het huidige EU-beleid, zoals Creative Europe en de Europese Agenda voor Cultuur, richt zich op de bevordering van cultureel erfgoed en culturele samenwerking, maar er blijven obstakels bestaan bij het vinden van een balans tussen culturele diversiteit en Europese eenheid.
Vraag aan de commissie:
Welke stappen kan de Europese Unie nemen om de culturele identiteit van haar lidstaten te beschermen en bevorderen, zonder dat dit ten koste gaat van de Europese eenheid?